woensdag 10 juni 2009

bespreking

Titel.

1. Verklaar de titel van de roman.

Janosch gebruikt heel vaak het woord “Crazy” en later word het ook door zijn vrienden gebruikt. Iets is “Crazy” als iets heel leuk, apart of stoer is. Er is dus eigenlijk geen echte goede vertaling voor te geven. Het woord word dus door Janosch en zijn vrienden gebruikt in heel veel gevallen.
Benjamin Lebert is Crazy. Benjamin zit in een internaat. Samen met zijn vrienden probeert hij het internaat te ontvluchten en na een nacht vol belevenissen keren ze terug naar het internaat waar Benjamin niet kan blijven.

2. Vind je dat de titel van de roman een kernachtige weergave van de inhoud en het thema is? Motiveer je antwoord.
Ja, dat vind ik wel. Door het hele boek door gebruiken ze het woord “Crazy”, dus ik vind het wel logisch dat hierdoor het boek zo heet. “Crazy” slaat terug op het leven van Benjamin en zijn vrienden, die alles crazy vinden. De ontwikkeling van Benjamin kan worden beschreven als “crazy”.

Thema.


3. Wat is het thema van de roman?

Het thema is ontwikkeling. Een jongen, of eigenlijk meerdere die zich ontwikkelen van kind naar “man”. Ze gaan over de dingen nadenken en worden met zichzelf geconfronteerd. Het thema is ook de puberteit, een 16 jarige jongen die opgroeit van een puber tot volwassene.

Genre.


4. Tot welk genre behoort de roman? Geef ook duidelijk aan waarom.

Het boek is een autobiografische roman. Benjamin vertelt hoe hij de liefde meemaakt en hoe hij daar in die tijd mee om ging.

Personen


5. De hoofdpersoon c.q. hoofdpersonen. Welke gevoelens heeft hij/zij bij je opgeroepen tijdens het lezen? Maak bij je antwoord gebruik van bijvoorbeeld worden als: begrip, sympathie, bewondering, emotie, respect, gemengde gevoelens, medelijden, irritatie, afkeuring, walging, ... Geef bij je antwoord een motivering.

Benjamin Lebert: Mede door zijn beperking is hij wel onzeker, maar Janosch is hierin zijn grote steun en toeverlaat. Ook vind ik Benjamin sympathiek en behulpzaam richting zijn vrienden. Ik vind het heel goed van Benjamin als hij na vier maanden bij Troy op zijn kamer langsgaat. Hij vraagt zich af wie Troy nou eigenlijk is en wat er in hem omgaat. Hoewel Benjamin het aanvankelijk moeilijk vind om de huilende jongen te troosten, doet hij toch wat hij kan. Ik vond de hoofdpersoon heel echt overkomen. Dit kwam ook omdat het boek een autobiografisch boek is en dus wist ik van tevoren dat het boek waar gebeurt was. Ik herken niet echt bepaalde dingen van Benjamin in mij. Hij is geinteresseerd in wat er in zijn vrienden omgaat. Ik ben wel gaan nadenken hoe het leven zal zijn als je een verlamming hebt of een andere lichamelijke handicap hebt wat je leven beperkt. Daardoor heb ik wel respect voor Benjamin hoe hij met zijn handicap om gaat.

6. Beschrijf het karakter van de hoofdpersoon/hoofdpersonen. Gebruik bij je beantwoording één of meer van de volgende woorden: gesloten /openhartig, zelfverzekerd/onzeker,introvert ( in zichzelf gekeerd) / extravert ( op de wereld gericht), eerlijk/niet altijd eerlijk, rustig/ongedurig, moeilijk/ flexibel, ...
Benjamin Lebert: erg sympathiek en behulpzaam richting zijn vrienden. Benjamin is een 16-jarige jongen die een verlammingsziekte heeft, waardoor bijna iedereen hem aanziet voor ‘kreupel’, terwijl hij dat eigenlijk niet echt is. Het is de bedoeling dat hij, nadat hij de vijfde keer van school wisselt, nu wel zijn examens zal doen. Op school heeft hij vooral problemen met wiskunde. Benjamin wil graag weten waar het om draait in het leven: meisjes, seks, drank of iets anders. Als Benjamin en zijn vrienden duidelijk in de puberteit komen proberen ze zo crazy mogelijk te doen en niet teveel na te denken. Hij is geinteresseerd in wat er in zijn vrienden omgaat. Hij is wel openhartig en door zijn vriendengroep is hij veel zelfverzekerder geworden, want dat was hij niet. Het is wel een rustige jongen, maar door zijn puberteit verandert hij wel in een onrustig persoontje doordat hij dingen wil uitproberen.

Andere belangrijke personages zijn:
Janosch Schwarze: Dit is de kamergenoot van Benjamin. Hij is de aanvoerder en de meest crazy persoon van het vriendengroepje. Janosch is openhartig, zelfverzekerd en ongedurig. Hij is altijd wel in voor de dingen die niet mogen en vindt het vanzelfsprekend dat het leukste meisje voor hem is. Janosch denkt dat hij de leukste en meest losbandige jongen van het groepje is, maar stiekem is hij soms ook zorgzaam en aardig, bijvoorbeeld als hij Benjamin op zijn rug draagt als Benjamin het lopen niet vol kan houden.

Troy: hoort bij het vriendengroepje van Benjamin. Het is een gesloten en introverte jongen. Het is ook een vrij rustige jongen. Halverwege ontdenkt Benjamin de reden van het teruggetrokken bestaan van Troy. Troy verteld hem waarom hij alleen op een kamer ligt. Hij plast nog steeds in bed. Om te voorkomen dat dit bekend wordt, heeft hij een kamer alleen. Ook deelt hij zijn verdriet hierover, en over het feit dat zijn broer op sterven ligt. Troy leer je wel beter kennen: hij zit nogal in de knoop met zichzelf en hij voelt zich ook niet echt een groepslid, ook al gaat hij wel mee met de nachtelijke uitstapjes.

Florian: hoort bij het vriendengroepje van Benjamin. Florian is een filosofisch type. Gedurende het hele boek wordt iedere keer als de naam Florian genoemd wordt, hier in een ruk achteraan gezegd: “Den alle nur Madchen nennen”.

Dikke Felix: hoort bij het vriendengroepje van Benjamin. bijgenaamd “Kugli”. Kugli erg gulzig.

Dunne Felix: hoort bij het vriendengroepje van Benjamin.

Anna, Malen en Marie: de meisjes waar de jongens regelmatig een nacht heengaan. Janosch is smoorverliefd op Malen en Benjamin zelf heeft de tweede nacht een vrijpartij met Marie.

Sambraus: de oudere man die de jongens meeneemt naar München.

De ouders van Benjamin: komen zelf niet erg veel voor in het verhaal. Wel heeft Benjamin het zelf over ze. Hij beschrijft zijn moeder als een bezorgde vrouw die het beste voor haar zoon wil. Zijn vader beschrijft hij als een rustige sympathieke man. Zijn ouders hebben veel ruzie en aan het eind van het boek zijn ze ook uit elkaar. Ook heeft Benjamin een zus, hij vertelt over haar dat ze lesbienne is.

7. Welke persoon in het verhaal stond je het meest tegen? Verklaar waarom.
Eigenlijk stond niet één persoon mij echt tegen in het verhaal. Ze hadden namelijk allemaal ook hun goede eigenschappen en waren een hechte vriendengroep met elkaar.

Schrijfstijl

8. Wat vind je van de schrijfstijl van de schrijver? Gebruik in je antwoord één of meer van de volgende woorden: zakelijk, afstandelijk, objectief, subjectief, hoogdravend, sentimenteel, satirisch, ironisch.

De zinnen zijn kort en eenvoudig. Op sommige momenten wordt er, om spanning op te bouwen veel gebruik gemaakt van herhaling.
Opbouw: Het boek bestaat uit 16 hoofdstukken. Er vinden grote flash-forwards plaats, maar de stukken die beschreven worden, worden wel heel precies beschreven.
Het boek is realistisch omdat het een autobiografie is. Het verhaal is dus waar gebeurd en ook soms een klein beetje sentimenteel.
Het boek is in spreektaal geschreven met populair en soms wat grof taalgebruik. Het taalgebruik is vrij gemakkelijk, omdat het boek ook wel gericht is op jongeren en ook geschreven door een jong iemand. Het boek is geschreven in de ik-vorm.

9. Wat vind je van de verteltrant van de schrijver. Gebruik in je antwoord een of meer van de volgende woorden: spannend, meeslepend, boeiend, saai, langdradig, onsamenhangend.
Af en toe gaat de schrijver iets te gedetailleerd in op de omschrijvingen van de seksuele handelingen en gesprekken van de jongens. Bepaalde gebeurtenissen worden heel uitvoerig en langdradig omschreven. Aan de tocht van de jongens naar de meisjesafdeling werd bijvoorbeeld 2 hoofdstukken besteed. Toch echt iets te lang vind ik. Het is niet echt een spannend verhaal, maar toch wel boeiend om te lezen.

Einde van het roman


10. Wat vind je van het einde van de roman? Zou je liever een andere einde hebben?
Zo ja, waarom?
Gesloten einde. Ik vind het in dit boek wel het beste een gesloten einde, want ik zou niet nog zo’n boek willen lezen voor het vervolg.

11. Een klasgenoot wil de roman lezen. Schrijf een advies van ongeveer 25 woorden.
Het boek zou ik een ander zeker aanbevelen. Het verhaal zelf was niet spannend of uitermate interessant, maar het las gewoon goed weg. Je moet toch wat lezen!

12. Zou je nog wel eens een andere roman van deze schrijver willen lezen? Licht je antwoord kort toe.
Nee, ik hoef niet zo nodig nog een boek van deze schrijver te lezen. Ik hou meer van fantasieverhalen of verhalen waarbij ik meer mij zelf in kan herkennen. Dat had ik bij dit boek helemaal niet.

13. De schrijver: Geef een korte beschrijving van de auteur. (Wanneer geboren, geboorteplaats, studie, soort boeken die hij schreef bijv.)

Benjamin Lebert is geboren in 1982 in Freiburg in Breisgau en woont sinds 1990 in Munchen, daarna woont hij in Berlijn. Zijn eerste boek was de autobiografische roman Crazy. hierna heeft hij ook zijn tweede roman. Het boek Crazy is na het grote succes en vertalingen in 33 talen ook verfilmd.
Benjamin Lebert werd in 1982 in het Zuid-Duitse Freiburg in Breisgau geboren en woonde sinds 1990 in München. Toen hij 17 was, ging hij zonder diploma van school af. Hij liep stage bij de jeugdbijlage “Jetzt” van de Süddeutsche Zeitung, een grote, landelijke krant in Duitsland. Daarna schreef hij regelmatig bijdragen voor deze bijlage. In 1999 verscheen bij uitgeverij Kiepenheuer & Witsch zijn autobiografische roman Crazy, die hem op slag beroemd maakte in Duitsland. Meer dan 170.000 exemplaren werden van het boek verkocht. In 2000 werd deze internaatsroman verfilmd door Hans-Christina Schmid en ook de film werd een succes. Tevens verscheen de roman als luister-cd. In hetzelfde jaar verscheen ook Leberts tweede boek. 'Die geschichte vom kleinen Hund, der nicht bellen konnte', een kinderboek voor kinderen vanaf drie jaar dat hij samen met zijn grootmoeder Ursula Lebert en illustrator Hildegard Müller schreef. Lebert leeft sinds 2003 in Berlijn en in dat jaar verscheen zijn derde boek 'Der Vogel ist ein Rabe'.

14. Noem nog een drie titels van boeken die de auteur heeft geschreven.

- Die geschichte vom kleinen Hund, der nicht bellen konnte (2000).
- Der Vogel ist ein Rabe (2003).

Het verslag


15. Waarom heb je deze roman gelezen?

Ik heb zelf totaal geen idee had van wat goed leesbare Duitse literatuurboeken zijn. Het boek sprak mij aan omdat het niet zo’n dik boek was en door een jong iemand is geschreven.

16. Wat vond je in de roman het beste gedeelte en waarom?

Inhoud: Ik vond het verhaal heel goed te volgen en het sprak me best aan. De inleiding was wel wat lang maar daardoor werd het wel extra duidelijk. Sommige situaties waren ook wel erg vergezocht, maar ik vind het wel passen bij het verhaal.

Waardering:


17.Wat is je waardering van de roman?

Aardig omdat het een waargebeurd verhaal is en je doet nadenken hoe het leven is met een handicap.
Niet erg boeiend, omdat het niet echt een spannend verhaal is. Het is gewoon makkelijk om te lezen.

zakelijke gegevens

Zakelijke gegevens

Auteur: Benjamin Lebert
Titel: Crazy
Uitgeverij: Wolters-Noordhoff
Jaar van uitgave: 2003
Druk: Uitgave van de Buchfinken 2003
Aantal bladzijden: 144

cover van het boek


donderdag 7 mei 2009

CRAZY

Benjamin, een zestienjarige jongen, wisselt voor de vijfde maal van internaat. Ditmaal komt hij terecht in het Internat Neuseelen. Benjamin heeft een handicap: de linkerkant van zijn lichaam is half verlamd waardoor hij deze maar slecht kan bewegen. Op elke school is het hetzelfde liedje: hij wordt gezien als een manke, rare jongen die niet wordt geaccepteerd. Hij heeft dus ook absoluut geen zin om weer opnieuw te beginnen, maar zijn ouders zijn onverbiddelijk en hij wordt op Neuseelen achtergelaten. Hier ontmoet hij zijn kamergenoot Janosch Schwarz. Benjamin wordt tot zijn verbazing direct opgenomen in zijn vriendengroep. Janosch is de leider van het stel en stelt al de tweede nacht voor aan Benjamin om de nacht op de meisjesafdeling door te brengen. Na een hoop gedoe komen ze aan op deze afdeling en ze worden dronken. Benjamin wordt die nacht zelfs ontmaagd op het toilet door Marie. Na deze nacht hebben de vrienden de smaak te pakken gekregen en doen van alles om maar aan het saaie internaatleven te kunnen ontsnappen. Ze praten ook veel over het leven, hun families en hun vriendschap en komen tot de conclusie dat de wereld en hun vriendschap “crazy” is. Op een dag vindt Benjamin Troy, een van zijn vrienden, huilend op zijn kamer. Troy ziet het allemaal niet meer zitten en wil weg van het internaat. De vrienden besluiten om weg te lopen en naar München te gaan. Diezelfde avond nog nemen ze de benen en lopen naar de bushalte. Hier ontmoeten ze een oude man die vroeger zelf ook op Neuseelen heeft gezeten. Hij herkent hun houding en biedt ze een slaapplaats in München aan. Deze accepteren ze en hij neemt hen mee naar zijn woning, die zich boven een stripclub bevindt. Hier beleven de jongens natuurlijk de avond van hun leven. Benjamin raakt behoorlijk dronken en wordt de volgende ochtend wakker in de auto van de man. Hij brengt de jongens terug naar het internaat, waar ze er met een beetje geluk en een smoesje vanaf zullen komen. Uiteindelijk moet Benjamin toch van deze school af, omdat hij ook hier onvoldoendes haalt voor wiskunde en bovendien veel te vaak op de meisjesafdeling werd betrapt.
lumbers